Jeroen over een vermissing in de Kennemerduinen
Jeroen over een vermissing in de Kennemerduinen
Collega Jeroen schreef alweer zijn tweede blog over het werken in de Kennemerduinen. Ditmaal schreef hij over een vermissing met daarbij de boodschap: alles in het leven is relatief.
Op zaterdag 8 juni 2019 om 09:00 uur vangt de dienst aan. De collega met wie ik de dienst mag draaien, Sven, verteld me dat we beginnen met een zoeking naar een vermist persoon. Hij appt mij de gegevens van de betrokkene door, en een foto. Ik zie een foto van een vrolijk ogende blonde vrouw. Dat is het vervelende bij vermissingen; meestal krijg je een foto waaruit je ècht niet opmaakt dat de persoon in psychische nood verkeerd. Ook stuurt hij mij een link naar een artikel van het Noord-Hollands Dagblad, waarin haar vermissing en de zoekacties worden beschreven. Gezien het tijdsbestek, ze wordt al sinds woensdag 5 juni vermist, bereiden we ons voor op het ergste. Voor Sven en de overige boswachters is het niet ongebruikelijk om met suïcides en vermiste personen geconfronteerd te worden. De rust van de duinen hebben een aantrekkingskracht op deze mensen.
De bedoeling is dat we met de politie en de reddingsbrigade op linie gaan doeken, waarbij wij ‘in the lead’ zijn. Dat klinkt raar, maar dat heeft er alles mee te maken dat wij (de boswachters) de enige zijn die weten hoe het gebied in elkaar zit. Hulpdiensten als politie, brandweer en reddingsbrigade raggen met hun 4×4 voertuigen overal doorheen en vernielen zo het schitterende natuurgebied.
Na een kop koffie en contact met het OC van de politie, gaan we op pad. We gaan op zoek naar Ingrid, een magere, blonde vrouw van 55 jaar. Haar auto is gevonden in IJmuiden, tussen de duinen en de haven. Succes met zoeken. Het duingebied bij IJmuiden is onder beheer van Staatsbosbeheer, en daar begint men met zoeken. Sven en ik blijven in ons eigen gebied. Gewapend met verrekijker gaan we de storm in. Het inzetten van speurhonden, wat men van plan is, is kansloos door de wind. Die honden pikken geen geur meer op.
Met onze Subaru 4×4 rijden we door het immense gebied. Het begint nu, op mijn 2e dag, al vorm te krijgen. Ik weet waar we zijn, maar niet waar we heen gaan. Onderweg leert Sven mij van alles over vermissingen en suïcides. Belangrijkste les: Wanneer je ècht niet gevonden wilt worden, dan word je ook niet gevonden. En hij geeft een voorbeeld van een man die zichzelf begroef. Na 30 jaar gaf de natuur echter haar geheim prijs.
Door ons afbrokkelend GGZ beleid worden ze in de duinen vaker met dit soort gevallen geconfronteerd. Door mijn hoofd flitst de gedachte: “Stel dat we haar vinden, levend en wel. Dan is haar, eventuele, poging mislukt, maar dan probeert ze het op een ander moment.”. Dit blijkt, zo horen wij, namelijk haar tweede vermissing te zijn onder zorgwekkende omstandigheden. Terwijl we zoeken flitst er van alles door mijn hoofd. We letten op bomen… stellen eerst kinderspeelplaatsen veilig. Het zal toch niet gebeuren dat ze door een spelend kind gevonden wordt. Maar nee, daar vinden we haar niet.
“Ingrid, verdomme, waar bèn je? Er zijn mensen die zich zorgen om je maken. Mensen die van je houden, die je missen.” flitst er door mijn hoofd. Het is alsof ik tegen haar praat maar het is meer de machteloze bezorgdheid en de wil om haar te vinden. We krijgen bericht. Aanvullend nieuws: ze hield van water en van rust. We gaan kijken bij de meertjes die het duingebied rijk is. Te beginnen met het grootste meer: Vogelmeer. Daar aangekomen stappen we uit en begeven we ons in de storm. We lopen om het meer heen, door het onherbergzame gebied wat voor publiek is afgesloten. Maar ja, dat laatste trekt iemand die zelfmoord wilt plegen zich niet veel aan. Wat wil je doen? Bekeuring geven? Boeie! We kijken ook in het water. Wanneer ze daar in zou liggen dan zou ze door de storm in een bepaalde hoek van de vijver komen. Die hoek heeft onze speciale aandacht. We vinden haar niet.
Onderweg verteld Sven nog dat wanneer we iemand vinden, dat we dan direct beginnen met reanimeren, tenzij het overduidelijk is dat de persoon echt al even overleden is. Dan wordt het gebied afgezet en is het ineens PD (plaats delict) en wordt de politie erbij gehaald. Dan gaat een dienst heel lang duren hoor. Nadat we met z’n tweëen een groot deel van ons gebied hebben doorzocht, besluiten we dat het tijd is om de inwendige mens te gaan verzorgen. We gaan terug naar kantoor en spreken de situatie nog even met elkaar door. Ik kan hier in verband met de gevoeligheid van het onderwerp niet alles delen, maar het was zeker leerzaam.
Nadat we hebben gegeten gaat Sven nog wat achterstallige administratie doen en ik ga, voor het eerst, alleen met de Subaru op pad. Ik rij het park in bij de Waterleidingweg. Ik doe het hek open, rij het voertuig het park in, en ik doe het hek dicht. Daartoe moet ik over een zogenaamd wildrooster lopen. Een wildrooster is gemaakt van een aantal dikke metalen ronde staven van circa 5 cm dik met daartussen zo’n 10 a 15 cm ruimte. Ik doe het hek dicht, staande op het rooster, en draai me om om naar de auto te lopen. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar hé, het is Pinksterzaterdag dus wat is er mooier om dan de Wereld te knuffelen? En ik ga zó ongenadig hard op mijn bek en val daarbij op mijn rechter arm. Gevolg hiervan is dat ik nu ziek thuis zit met een zwaar gekneusde hand/pols, die helemaal opgezet is en vreselijk veel pijn doet. En ik had mij zó verheugd op de diensten met Pinksteren in de duinen. Maar dit alles valt in het niet bij de ondraaglijke dagen die de familie en vrienden van Ingrid op dit moment doormaken. Alles in het leven is relatief.
Ondanks alle ellende blijf ik het zeggen: ik heb het mooiste, het állermooiste vak van de wereld!
MB-ALL is een Great Place to Work; wat houdt dat in?
Sinds de start van de (top) werkgeverslijst in 2003 zijn de criteria gebaseerd op het medewerkersperspectief (gemeten door de Trust Index) en het managementperspectief (gemeten door de Culture Audit). De criteria zorgen ervoor dat niet zomaar iedere deelnemende organisatie zich een "Great Place to Work" mag noemen, de criteria zijn als volgt:
- Een score van 70% of hoger op het medewerkersonderzoek naar vertrouwen, trots en plezier (Trust Index)
- Vereiste respons op het medewerkersonderzoek op basis van een 95% confidence interval
- Een score van 21 punten of hoger op de negen thema’s uit werkgeversbeleid (Culture Audit)
Indien een organisatie voldoet aan de criteria dan kan de organisatie direct, na de terugkoppeling van de resultaten, het label Great Place to Work Certified dragen. MB-ALL mag zich een heel jaar Great Place to Work noemen, in ieder geval tot de volgende evaulatie. Wij zien dit dan ook als continu kwaliteits- en tevredenheidsproces van onze eigen inschatting en nog waardevoller hoe onze medewerkers dit ervaren.